De bouw van de nieuwe huisvesting voor het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en het CBG start minimaal anderhalf jaar later dan gepland. Het ontwerp voor de nieuwbouw voldoet op dit moment nog niet aan de gestelde trillingseis voor laboratoriumruimten. De verwachting is dat dit najaar bekend is welke maatregelen door het consortium SHH moeten worden genomen om dit op te lossen.

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft met het consortium SHH - een samenwerkingsverband van Strukton, Hurks en Heijmans - een DBFMO-overeenkomst gesloten (Design, Build, Finance, Maintain en Operate). In principe ligt de verantwoordelijkheid om aan de gestelde eisen te voldoen bij een DBFMO-overeenkomst zowel technisch als financieel bij het consortium. Het ontwerp voor de nieuwbouw voldoet momenteel nog niet aan de gestelde trillingseis voor laboratoriumruimten. Op dit moment worden mogelijke oplossingen hiervoor in kaart gebracht. Dit proces kost meer tijd dan van tevoren gedacht. De verwachting is dat de juiste combinatie van maatregelen dit najaar bekend is. De bouw kan pas starten zodra het Rijksvastgoedbedrijf het zogenoemde aanvangscertificaat heeft afgegeven. Een nieuwe startdatum voor de bouwwerkzaamheden kan nu nog niet worden bepaald. Dit kan pas nadat het trillingenvraagstuk is opgelost en het ontwerp aan alle eisen voldoet. Het aanvangscertificaat bevestigt dat het consortium het ontwerp voldoende kwalitatief heeft uitgewerkt en goed is voorbereid om de nieuwe huisvesting voor het RIVM en het CBG te kunnen bouwen.

Waarom is de trillingseis zo belangrijk?

Het RIVM werkt met hoogwaardige laboratoriumapparatuur. Om met deze apparatuur betrouwbare metingen te kunnen verrichten, worden hoge eisen gesteld aan de nieuwbouw. Sommige laboratoriumapparatuur, zoals microscopen en weegapparatuur, is zeer gevoelig voor trillingen. Het is belangrijk dat het nieuwe gebouw zó wordt gebouwd dat de trillingen de werking van de laboratoriumapparatuur niet verstoren. In de nieuwbouw worden de trillingen door verschillende trillingsbronnen veroorzaakt. Voorbeelden zijn het (toekomstige) verkeer op de straten rondom de nieuwbouw, personen die door het gebouw lopen en de tram die vanaf 2018 langs de nieuwbouw zal rijden. Bij hoogbouw is ook de wind een trillingsbron.

Waarom duurt het zo lang om een oplossing te vinden?

De invloed van de trillingsbronnen wordt momenteel in kaart gebracht met een rekenmodel dat ingenieursbureau Movares in opdracht van het Rijksvastgoedbedrijf en SHH heeft gebouwd. Dit model is zeer complex en het rekenwerk kost veel tijd. Dat komt doordat het model het effect van meerdere trillingsbronnen berekent. Uit de eerste berekeningen blijkt dat het trillingenprobleem wordt veroorzaakt door het (toekomstige) verkeer rondom de nieuwbouw, zoals auto’s en de Uithoflijn. De komende tijd worden verschillende maatregelen doorgerekend die het effect van de trillingen kunnen beperken. Denk hierbij aan een versteviging van de fundering, het aanbrengen van extra kolommen tussen de vloeren en verstevigde wanden. Ook externe maatregelen, zoals bijvoorbeeld het verleggen van de Aarhuslaan, worden onderzocht. Naar verwachting is de juiste combinatie van maatregelen dit najaar bekend.

Verhuizing naar het Utrecht Science Park uitgesteld

De ingebruikname van de nieuwbouw, die aanvankelijk was gepland voor het najaar van 2018, loopt een vertraging op. Zodra duidelijk is welke maatregelen getroffen moeten worden kan er ook uitsluitsel worden gegeven over de datum van ingebruikname. Het betekent in ieder geval dat het RIVM langer op het Science Park Bilthoven blijft. Het RIVM kan daar in elk geval tot december 2020 gehuisvest blijven. Ook het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen kan langer op de Graadt van Roggenweg in Utrecht blijven.