Het gebouw wordt een prettige en adequate werkomgeving, in lijn met het ambitiedocument toekomstige huisvesting uit 2009.

Open

De werkzaamheden van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) bepalen het ontwerp. Het gebouw heeft een heldere en open structuur, die stimuleert dat mensen samenwerken, kennis uitwisselen en elkaar, gepland en ongepland, ontmoeten. Dit geldt intern voor medewerkers onderling, maar ook extern met kennispartners, opdrachtgevers, professionals en burgers. Vijftig procent van de RIVM kantoorwerkplekken ligt in de directe nabijheid van de laboratoriumruimten.

Oriëntatie in het gebouw is overal goed mogelijk door open lijnen en daglicht. Het gebouw is gemakkelijk te ‘lezen’: als je het gebouw binnenkomt, zijn alle functies op een plek waar je die verwacht.

RIVM Servicepunt

Sober met allure

Het gebouw moet een sobere uitstraling hebben om te laten zien dat verantwoord en efficiënt met publieke middelen wordt omgegaan. Tegelijkertijd moet de uitstraling passen bij de allure van twee vooraanstaande internationale kennisinstituten. Kennis ontwikkelen en delen zijn cruciaal. Het resultaat is een transparant onderzoeksgebouw dat het werk van het RIVM optimaal faciliteert. Daglicht, uitzicht en ruimtelijkheid dragen bij aan een prettige en inspirerende werkomgeving.

Flexibel

Het RIVM bevindt zich in een dynamische omgeving, waarin nieuwe onderzoeksvragen ontstaan. Het is van belang dat de organisaties zich kunnen aanpassen aan ontwikkelingen in de samenleving en de vraag naar bepaald onderzoek. Door de flexibele huisvesting is zowel het gebouw als de inrichting ingericht op multifunctioneel gebruik en relatief eenvoudig aan te passen. Het kan bijvoorbeeld uitgebreid worden of delen kunnen beschikbaar worden gesteld aan bijvoorbeeld een kennispartner. Dit maakt het gebouw toekomstvast.

Duurzaam

Het gebouw voldoet aan hoge duurzaamheidskenmerken, voor het gebouw en de exploitatie ervan. Op deze manier wil het RIVM een voorbeeldfunctie bekleden op het gebied van duurzaam bouwen en een duurzame exploitatie. Dit sluit aan bij de duurzaamheidsambities die centraal staan in het werk van het RIVM.

De duurzaamheidskenmerken worden beoordeeld met de BREEAM-methode (Building Research Establishment Environmental Assessment Method). Dit is een beoordelingsmethode om te bepalen in welke mate gebouwen duurzaam zijn. Speciaal voor dit project is de BREEAM-methode uitgebreid met een laboratoriummodule.

Laboratoria verbruiken veel energie, doordat er veel meer lucht moet worden verplaatst voor ventilatie dan in andere ruimten. Het energiezuinig ventileren is onderdeel van een breed pakket aan criteria. Daarnaast stelt BREEAM eisen aan management, gezondheid en comfort, energie, transport, water, materialen, afval, landgebruik en ecologie en vervuiling.

Inspirerend

In de verschijningsvorm staan mens en milieu centraal. Naast een optimaal fysiek werkklimaat beschikken werknemers in sociale zin over een gezonde werkomgeving. Een gezonde werkomgeving draagt bij aan het welzijn van werknemers. Dit wordt zichtbaar doordat bijvoorbeeld de trappenhuizen zodanig zijn gepositioneerd dat het gebruik ervan wordt gestimuleerd.

Omgevingsfactoren die van invloed zijn op de fysieke en psychosociale gezondheid van de mens zijn optimaal aanwezig. Het gaat hierbij niet alleen om bouwfysische factoren, zoals daglicht, uitzicht en akoestiek, maar ook om ‘beleving’, zoals groen, kunst, kleurgebruik en toegepaste materialen. Er komt een sportcentrum en er is een gezond voedingsaanbod in het bedrijfsrestaurant. Ook de ruimtelijke en sociale structuur van het gebouw dragen bij aan een gezonde omgeving.